Private

Jewett, Edward Carl

Service nummer G/24305

Overleden 1945-04-06

Leeftijd 21

The North Shore (New Brunswick) Regiment



Edward Carl Jewett was een Engelstalige Canadees uit Burtts Corner, een Canadese plattelandsgemeenschap in Douglas Parish, York County, New Brunswick.
Hij werd geboren op 31 maart 1924 in Mouth of Keswick in het gezin van James en Mattie Jewett. Edward was het negende kind uit een gezin van 10 en had 5 broers en 4 zussen. Vader James was houthakker.
Hij verliet school op 14 jarige leeftijd en werkte bij  het Queen Hotel in Fredericton als Portier. Edward verloor op zeer jonge leeftijd een groot deel van zijn rechter wijsvinger door een ongeluk met een bijl. Dit bleek later echter geen reden om hem ongeschikt te verklaren voor zijn dienstplicht. Hij had als hobby modelbouw en in zijn vrije tijd speelde hij graag baseball zwom in de zomer en schaatste in de winter.
Op 1 maart 1943 meldde hij zich bij het No.7 District Depot in Fredericton New Brunswick en kreeg vervolgens zijn basic training bij het No. 71 Canadian Army Training Centre in  Edmunston New Brunswick. Daarna doorliep hij de advanced training in Petawawa waar hij zich ondanks zijn handicap aan zijn linkerhand beweesals een bekwaam schutter.
Voor hij naar Europa afreisde had hij van 31 juli tot 7 augustus verlof om afscheid te nemen van zijn familie en vrienden. Een afscheid dat later een definitief vaarwel bleek te zijn.

Edward kwam op 1 september 1943 aan in Engeland en werd toegevoegd aan de algemene reserve unit van het Canadese leger, de zogenaamde X4 lijst. Op 6 april 1944 werd hij ingedeeld bij de infanterie en kwam uiteindelijk begin juni 1944 terecht bij het North Shore (New Brunswick) Regiment. Met dit regiment, dat onderdeel uitmaakte van de 8th Canadian Infantry Brigade van de 3rd Canadian Infantery Division, lande hij op D-day, 6 juni 1944, op de stranden van St Aubin, Normandië, Frankrijk. Vanuit Frankrijk vocht het regiment zich een weg noordwaarts richting Nederland waar het op 2 april de grens overtrok 

Zutphen
Het regiment, dat inmiddels in Nederland was aangekomen, vertrok op 5 april uit Doetinchem en concentreerde zich in de bossen tussen Zutphen en Almen.
De hoofdaanval op Zutphen werd in de vroege ochtend van 6 april 1945 ingezet vanaf de Kapperallee. Het Regiment de La Chaudiere leidde de aanval via de Voorsterallee en werd daarbij ondersteund door het 27e Canadian Armoured Regiment (The Sherbrooke Fusiliers Regiment) en op beide flanken door het North Shore Regiment (NSR). De B company van het NSR vertrok vanaf  het verzamelpunt aan de Almenseweg en volgde het spoor richting het Twentekanaal, op afstand gevolgd door D company. A- en C-Coy gingen op de linkerflank richting Zutphen via de “Piepenbelt en de “Kijk over”.
B-coy kwam op de rechter flank uit op het pad tussen het Twente kanaal en het spoor richting het viaduct waar de Deventerweg de spoorlijn kruist. Hier werden zij plotseling van links en recht onder vuur genomen. Een groep van ongeveer 40 Duitsers hadden het eerste peloton laten passeren terwijl zij in dekking lagen en vielen nu ook van de achterkant aan waardoor het peloton afgesneden raakte van de rest. Er vond een heftige strijd plaats, soms man tegen man, met vele slachtoffers aan beide kanten. Uiteindelijk wist B-company zich met behulp van D-coy terug te trekken en werd later op de dag besloten dat het North Shore Regiment de posities van de Chaudieres over zou nemen die zich inmiddels in het Deventerwegkwartier bevonden. Zutphen werd fel verdedigd door veelal jonge leden van de 361e Volks Grenadier Divisie, leden van het 3e Fallschirmjäger Ersatz und Ausbildungs Regiment en Nederlandse SS-ers met machinegeweren, snipergeweren, mortieren en panzerfausten.
In het Deventerwegkwartier werd onder andere zwaar gevochten in de Schimmelpennincklaan, de Sloetstraat, de van der Capellenlaan, de Heeckerenlaan en de Gasthuiskamp. Het ging vaak van huis tot huis en vele woonhuizen werden verwoest of raakten in brand.

Bij deze gevechten op 6 april sneuvelden 16 Canadezen, waarvan 8*) leden van het North Shore Regiment. Private Edward Carl Jewett was één van hen. 
Hij werd tijdelijk begraven in de voortuin van Het Elger in Almen. Op 28 januari 1946 kreeg hij zijn definitieve rustplaats op het Canadian War Cemetery in Holten, graf I.G.3.

*) Op vrijdag 6 april sneuvelden waarschijnlijk 8 leden van het NSR bij de strijd aan het Twentekanaal en in het Deventerwegkwartier. Hoewel 4 van hen “5 april” op hun grafsteen hebben staan wordt deze datum door diverse bronnen betwijfeld of tegengesproken. 
Ook het dagboek van het regiment maakt geen melding van verliezen of ernstige confrontaties met de vijand op 5 april en was het een dag waarop het regiment zich verplaatste van de omgeving van Doetinchem naar de bossen tussen Zutphen en Almen.
 

Edward Carl Jewett was an English speaking Canadian from Burtts Corner, a Canadian rural community in Douglas Parish, York County, New Brunswick.
He was born on March 31, 1924 in Mouth of Keswick to James and Mattie Jewett. Edward was the ninth child in a family of 10 and had 5 brothers and 4 sisters. Father James was a woodcutter.
He left school at age 14 and worked at the Queen Hotel in Fredericton as a Porter. Edward lost a large part of his right index finger at a very young age in an ax accident. However, this later turned out to be no reason to declare him unfit for military service. His hobby was modeling and in his spare time he enjoyed playing baseball, swimming in the summer and skating in the winter.
On March 1, 1943, he reported to the No.7 District Depot in Fredericton New Brunswick and then received his basic training with the No. 71 Canadian Army Training Center in Edmunston, New Brunswick. He then went through advanced training in Petawawa where he proved himself to be a skilled marksman despite his handicap on his left hand.
Before traveling to Europe, he was on leave from July 31 to August 7 to say goodbye to his family and friends. A farewell that later turned out to be a final goodbye.

Edward arrived in England on September 1, 1943 and was added to the general reserve unit of the Canadian army, the so-called X4 list. On April 6, 1944, he was assigned to the infantry and eventually joined the North Shore (New Brunswick) Regiment in early June 1944. With this regiment, which was part of the 8th Canadian Infantry Brigade of the 3rd Canadian Infantry Division, he landed on D-day, June 6, 1944, on the beaches of St Aubin, Normandy, France. From France the regiment fought its way north towards the Netherlands where it crossed the border on 2 April.

Zutphen
The regiment, which had meanwhile arrived in the Netherlands, left Doetinchem on April 5 and concentrated in the woods between Zutphen and Almen.
The main attack on Zutphen was launched in the early morning of April 6, 1945, from the Kapperallee Rd on the east side of the town. The Régiment de la Chaudière led the attack via the Voorsterallee Rd, supported by 27e Canadian Armoured Regiment (The Sherbrooke Fusiliers Regiment) and on both flanks by the North Shore (NB) Regiment, NS(NB)R.
B company of the NS(NB)R started from an assembly point on the Almenseweg (road) and advanced west along the railway track which borders the Twente Canal. D company followed at a distance. A and C Companies advanced towards Zutphen on the Chaudière’s left flank via the farms  “Piepenbelt” and “Kijk over” 
B-Coy on the right flank arrived at a path that ran south from the Twente canal, and towards a viaduct where the Deventerweg (road) meets the railway line. Here they were suddenly under fire from the left and right. A group of about 40 Germans had let the first B-Coy platoon pass while they were in hiding and then attacked from the rear. The platoon was now isolated. A fierce battle took place that included man-to-man combat and resulted in many casualties, both German and Canadian. In the end, B-company managed to withdraw with the help of D-Coy. 
Later in the day, it was decided that the North Shore Regiment would take over the positions of the Chaudières, who were now located in the Deventerwegkwartier (neighbourhood).
Zutphen was fiercely defended by young and fanatical members of the 361st Volks Grenadier Division, members of the 3e Fallschirmjäger Ersatz und Ausbildungs Regiment (Paratrooper) and Dutch SS men with machine guns, sniper rifles, mortars, and Panzerfausts.The regiment participated in heavy fighting, on the streets Schimmelpennincklaan, Sloetstraat, van der Capellenlaan, Heeckerenlaan and Gasthuiskamp, among others. They fought house to house and many homes were destroyed or went up in flames.


In these fights on April 6, sixteen Canadians were killed, including eight members of the North Shore (NB) Regiment.  Private Edward Carl Jewett was one of these soldiers killed in action on April 6*, 1945. He was temporarily buried at "het Elger" in the village of Almen, and afterward was given a final resting place on January 28, 1946, at the Canadian War Cemetery in Holten, grave I.G.3.

* Records indicate that on Friday, April 6, eight soldiers of the NS(NB)R were killed while fighting near the Twente Canal and in the Deventerwegkwartier. Although four of the dead have “April 5” on their tombstones, this date is doubted or contradicted by various sources. The NS(NB)R War Diary also makes no mention of losses or serious confrontations with the enemy on April 5. April 5 was the day when the regiment moved from the area of Doetinchem to the woods between Zutphen and Almen.