private

Boyle, James William

Service nummer G/6359

Overleden 1945-04-06

Leeftijd 19

The North Shore (New Brunswick) Regiment



James William Boyle

werd geboren op 4 oktober 1925 in Waasis Sunbury County, New Brunswick als zoon van John en Alice Boyle. Hij had 4 broers, waarvan er 2 ook in het leger dienden en 6 zussen. Op het St. Thomas College in Chatham behaalde hij in 1941 Grade X en ging vervolgens bij zijn vader op de boerderij werken. Vader had een boerderij van 500 acres waarvan 100 acres bouwrijp gemaakt waren. James hield van jagen maar had verder geen specifieke hobby’s.

(Bron: Canada, WWII Service Files of War Dead, 1939-1947)

6 juli 1944 melde James zich voor de keuring in Fredericton, New Brunswick. Hij werd omschreven als een vriendelijke, gezonde jonge man met een gemiddeld leerpotentieel die de militaire training prima aan moest kunnen. Hij was eerder op medische gronden afgekeurd voor de luchtmacht maar kwam zonder problemen door deze keuring. James had geen voorkeur voor een bepaald legeronderdeel, hij werd ingedeeld bij de infanterie en doorliep de basic- en advanced training zonder problemen. Op 1 januari 1945 kwam hij per boot aan in Engeland en werd vervolgens op 12 februari doorgevlogen naar het Europese vasteland, waar hij aansloot bij het North Shore Regiment.

Zutphen
Het regiment, dat inmiddels in Nederland was aangekomen,  vertrok op 5 april uit Doetinchem en concentreerde zich in de bossen tussen Zutphen en Almen. 
De hoofdaanval op Zutphen werd in de vroege ochtend van 6 april 1945 ingezet vanaf de Kapperallee. Het Regiment de La Chaudiere leidde de aanval via de Voorsterallee en werd daarbij ondersteund door het 27e Canadian Armoured Regiment (The Sherbrooke Fusiliers Regiment) en op beide flanken door het North Shore Regiment (NSR).
De B company van het NSR vertrok vanaf  het verzamelpunt aan de Almenseweg en volgde het spoor richting het Twentekanaal, op afstand gevolgd door D company. A- en C-Coy gingen op de linkerflank richting Zutphen via de landerijen van de boerderijen de “Piepenbelt en de “Kijk over”.

North Shore (NB) Regiment posities bevrijding Zutphen April 1945
Posities van het Norht Shore Regiment 5-8 april 1945 

B-coy kwam op de rechter flank uit op het pad tussen het Twente kanaal en de spoorbaan richting het viaduct waar de Deventerweg de spoorlijn kruist. Hier werden zij plotseling van links en recht onder vuur genomen. Een groep van ongeveer 40 Duitse tegenstanders had het eerste peloton laten passeren terwijl zij in dekking lagen en vielen nu ook van de achterkant aan waardoor het peloton afgesneden raakte van de rest. Er vond een heftige strijd plaats, soms man tegen man, met vele slachtoffers aan beide kanten. Uiteindelijk wist B-company zich met behulp van D-coy terug te trekken en werd later op de dag besloten dat het North Shore Regiment de posities van de Chaudieres over zou nemen die zich inmiddels in het Deventerwegkwartier bevonden. Ook daar werd zwaar gevochten, onder andere in de Schimmelpennincklaan, Sloetstraat, van der Capellenlaan, het Oranjeplein, Heeckerenlaan en Gasthuiskamp ging het van huis tot huis en gingen vele huizen in vlammen op of werden verwoest.

Bij deze gevechten op 6 april sneuvelden 16 Canadezen, waarvan 8 leden van het North Shore Regiment. . Eén van hen was James William Boyle *). 
Hij werd tijdelijk begraven bij "het Elger" in Almen en kreeg op 28 januari 1946 een definitieve rustplaats op de Canadian War Cemetery in Holten, graf I. G. 11.

*) Op vrijdag 6 april sneuvelden waarschijnlijk 8 leden van het NSR bij de strijd aan het Twentekanaal en in het Deventerwegkwartier. Hoewel 4 van hen “5 april” op hun grafsteen hebben staan wordt deze datum door diverse bronnen betwijfeld of tegengesproken. 
Ook het dagboek van het regiment maakt geen melding van verliezen of ernstige confrontaties met de vijand op 5 april en was het een dag waarop het regiment zich verplaatste van de omgeving van Doetinchem naar de bossen tussen Zutphen en Almen.
 

James William Boyle

was born on October 4, 1925, in the Rusagonis-Wassis district of Sunbury County, New Brunswick to John Boyle and Alice (Carney). His parents owned a 500-acre farm of which 100 acres had been cleared for farming and buildings.  He had four brothers, two of whom also served in the army, and six sisters. James graduated from St. Thomas College, Chatham, NB, in 1941, and afterward went on to work on the farm with his father. James loved to hunt but there is no record of other specific hobbies.


(Bron: Canada, WWII Service Files of War Dead, 1939-1947)

On July 6, 1944, James enlisted in Fredericton, New Brunswick. He was described as a kind, healthy young man with average learning potential who could handle military training well. He had previously been disqualified for the Air Force on medical grounds, but this time passed the examination without problems. James had no preference for any particular army unit. As a result, he was assigned to the infantry and completed both basic and advanced training without difficulty. 
He was sent overseas to the United Kingdom and arrived on January 1, 1945. About a month later, on February 12, he was flown to mainland Europe, and on March 13 he was placed with the North Shore (New Brunswick) Regiment.
In late March the Canadians crossed the Rhine into the heart of Germany and in April they turned to the northwest to liberate the northern Netherlands. The NS(NB)R and the Régiment de la Chaudière were now given the task of capturing the Dutch town of Zutphen on the east bank of the Ijssel River.

Zutphen
The regiment, which had meanwhile arrived in the Netherlands, left Doetinchem on April 5 and concentrated in the woods between Zutphen and Almen.
The main attack on Zutphen was launched in the early morning of April 6, 1945, from the Kapperallee Rd on the east side of the town. The Régiment de la Chaudière led the attack via the Voorsterallee Rd, supported by 27e Canadian Armoured Regiment (The Sherbrooke Fusiliers Regiment) and on both flanks by the North Shore (NB) Regiment, NS(NB)R.
B company of the NS(NB)R started from an assembly point on the Almenseweg (road) and advanced west along the railway track which borders the Twente Canal. D company followed at a distance. A and C Companies advanced towards Zutphen on the Chaudière’s left flank via the farms the “Piepenbelt” and the “Kijk over”.
North Shore (NB) Regiment posities bevrijding Zutphen April 1945
Positions Norht Shore Regiment 5-8 april 1945 in the Zutphen area.
​​​​​​​

B-Coy on the right flank arrived at a path that ran south from the Twente canal, and towards a viaduct where the Deventerweg (road) meets the railway line. Here they were suddenly under fire from the left and right. A group of about 40 Germans had let the first B-Coy platoon pass while they were in hiding and then attacked from the rear. The platoon was now isolated. A fierce battle took place that included man-to-man combat, and many casualties, both German and Canadian. In the end, B-company managed to withdraw with the help of D-Coy. 
Later in the day, it was decided that the North Shore Regiment would take over the positions of the Chaudières, who were now located in the Deventerwegkwartier (neighbourhood). The regiment participated in heavy fighting, on the streets Schimmelpennincklaan, Sloetstraat, van der Capellenlaan, het Oranjeplein, Heeckerenlaan and Gasthuiskamp. They fought house to house and many homes were destroyed or went up in flames.

In these fights on April 6, sixteen Canadians were killed, including eight members of the North Shore (NB) Regiment.  James William Boyle was one of these soldiers killed in action on April 6*, 1945. He was temporarily buried at "het Elger" in the village of Almen, and afterward was given a final resting place on January 28, 1946, at the Canadian War Cemetery in Holten, grave I. G. 11.

* Records indicate that on Friday, April 6, eight soldiers of the NS(NB)R were killed while fighting near the Twente Canal and in the Deventerwegkwartier. Although four of the dead have “April 5” on their tombstones, this date is doubted or contradicted by various sources. The NS(NB)R War Diary also makes no mention of losses or serious confrontations with the enemy on April 5. April 5 was the day when the regiment moved from the area of Doetinchem to the woods between Zutphen and Almen.