Corporal

Morgan, Patrick Bryan Joseph

Service nummer C/122186

Overleden 1945-04-04

Leeftijd 22

Essex Scottish Regiment, R.C.I.C.



Patrick Bryan Joseph Morgan

werd geboren op 17 september 1922 in Hamilton, als zoon van Joseph en Angela Morgan (geboren Duggan) uit Hamilton, Ontario, Canada. Patrick was de vierde in een gezin van 14 en had 7 broers (Joseph, Michael, Kevin, Thomas, William, John en Terence) en 6 zussen (Mary, Anne, Kathryn, Virginia, Angela en Regina). Drie van zijn broers dienden bij de Canadese marine en één bij de koopvaardij.

De Morgans hadden het niet breed en woonden in een ruige buurt. Het was een hecht gezin en ze hielden van- en respecteerden hun ouders en elkaar. Het was ook een zeer trouwe familie. Rooms-katholiek zijn was erg belangrijk voor Joseph en Angela en zij brachten die overtuigingen alle kinderen bij.


De familie Morgan, Patrick staat rechtsachter.

Patrick Morgan ging tot zijn 14e naar school na het afronden van groep 8. Hoewel hij het leuk vond naar school te gaan, stopte hij met leren om het gezin financieel te helpen. Patrick was op school en in een fabrieksteam actief in de sport en speelde honkbal, basketbal en hield van zwemmen. Hij was tevens lid van de Katholieke Jeugdorganisatie.
Na het verlaten van school had hij allerlei baantjes. Hij hielp 1,5 jaar zijn oom, pater Vincent, die priester was in Acton, Ontario. Vervolgens werkte hij als vrachtwagenchauffeur voor een slager en een kruidenierswinkel, als brander voor Hamilton Bridge, als lasser bij Ontario Forgings en was hij voor 4 maanden matroos bij de koopvaardij.
In 1941 liep hij oogschade op en was hij 3 dagen verblind door lasogen. Op het moment dat hij in 1943 in dienst trad bij het leger, werkte hij op de S.S. Simcoe, een bulkvrachtstoomboot van Canada Steamship Line. Tussendoor meldde hij zich in november 1942 bij de Royal Canadian Airforce en werd hij geschikt bevonden als standaard vliegtuigbemanning. Waarschijnlijk was hij op dat moment niet nodig en kreeg hij onbetaald verlof. Hij werd uiteindelijk ontslagen bij de RCAF op 5 mei 1943.

Op 3 september 1943 trad Morgan in dienst bij #3 District Depot in Kingston Ontario. Bij zijn keuringsgesprek werd hij beschreven als een goedgebouwde jonge man met een prettige coöperatieve houding en met een bovengemiddeld leervermogen. Hoewel hij nog maar heel weinig motor had gereden, was hij er enthousiast over en werd hij geschikt bevonden voor de opleiding tot motorrijder.
Patrick had zijn basis- en geavanceerde training bij het A-20 Canadian Army Service Corps Training Center in Red Deer, Alberta, die hij op 31 december 1943 als Driver Class III voltooide.
Op 13 januari 1944 werd hij overgeplaatst naar #26 Canadian Armoured Corps Basic Training Centre in Orillia en na twee weken naar #3 CAC Camp Borden.
Patrick moet van zijn gezinsleven hebben gehouden, gezien het feit dat de militaire polite hem meerdere keren van huis moest ophalen omdat hij te laat terugkeerde van verlof. Maar de liefde voor zijn familie was niet de enige reden om niet op tijd terug te keren naar de kazerne. Hij had namelijk berekend dat hij met de boete voor ongeoorloofd verlof veel goedkoper uit was dan met de trein terug te keren naar de basis. Op een gegeven moment was deze “taxiservice” zo gewoon geworden dat moeder Morgan de thee en een ontbijt voor de MP’s klaar had staan als Patrick weer eens werd opgehaald.


v.l.n.r. Patrick Morgan, een vriendin van zus Anne, Kevin Morgan en Anne Morgan (foto: privé collectie)

Patrick brak in 1935 zijn pols en in 1940 zijn rechterdijbeen en toen hij op 1 april 1944 de banden van zijn rechterknie scheurde, verhinderde dit hem geschikt te zijn voor de opleiding tot parachutist, iets wat hij altijd al wilde worden sinds hij bij het leger ging. Hij bleef in Borden tot 3 augustus 1944 toen hij inscheepte naar het Verenigd Koninkrijk, waar hij op 10 augustus aankwam. Na een kort verblijf in Engeland waar hij 6 weken bij de Winnipeg Grenediers diende vertrok hij op 12 oktober naar Frankrijk. Hij ontscheepte op 14 oktober 1944 in Normandië  en werd op 24 oktober toegevoegd aan het Essex Scottish Regiment, 2nd Infantry Division, 4th Infantry Brigade.

Het Essex Scottish Regiment heeft het zwaar gehad in WW2. Het was onder andere betrokken bij de mislukte landing bij Dieppe in augustus 1942 en heeft na verluid de meeste manschappen verloren van alle Canadese regimenten in de tweede wereldoorlog. Volgens cijfers van de Commonwealth War Graves Commission zijn er tijdens de Tweede Wereldoorlog 562 leden van het regiment begraven in Europa, waarvan 216 in Nederland.

Op 1 april stak de Essex Scottish de Duits/Nederlandse grens over en kwam even buiten Doetinchem aan, waar de Duitsers zich een paar uur eerder hadden teruggetrokken. De volgende dag trokken ze verder naar het noorden en vestigden zich in een bosrijke omgeving bij Zutphen.

Op 3 april ging een peloton onder leiding van luitenant Fraser op verkenningsmissie om de vijand bij Zutphen op te sporen. Volgens het oorlogsdagboek van de Essex Scottish kwam hierbij één lid van het peloton om het leven en raakten er drie gewond. Luitenant. Fraser zelf werd vermist maar, hoewel hij gewond was aan zijn schouder, slaagde hij erin terug te keren onder dekking van de duisternis. Ook het verslag van het hoofdkwartier van de 2de divisie vermeldt de verkenning. Volgens de opgegeven coördinaten komt het peloton om 15:15 uur in de problemen bij de Bruninkweerd, op amper 300 meter afstand van de rand van het bos bij ’t Velde. 
Morgan's officiële sterfdatum is 4 april, maar het is zeer aannemelijk dat hij het slachtoffer was bij deze verkenningsoperatie op de 3de april. Temeer daar er op deze datum geen gesneuvelden van dit regiment begraven liggen op de Canadese begraafplaatsen. Ook lijken de beschrijvingen in het oorlogsdagboeken aan te sluiten bij het verhaal dat zijn maatje “Dusty”Miller later aan de familie van Patrick Morgan vertelde.


De war diary van de Essex Scottisch van 3 april 1945 waar er melding gemaakt wordt van een gesneuvelde soldaat. 
 


De hierboven getoonde melding komt uit het dagboek van het hoofdkwartier van de 2de Canadese Infanterie Divisie. De genoemde coördinaten verwijzen naar de Bruninkweerd.

Het verhaal van Dusty Miller
Dusty vertelde de familie dat tijdens een verkenningsmissie een sluipschutter het vuur opende en Patrick geraakt werd op een brug. Hij stierf in zijn armen, en later vertelde Dusty aan de familie dat Pats laatste woorden waren: "kijk toch eens naar al het goede Ierse bloed dat verspild wordt"
Dusty Miller kwam ook uit Hamilton, maar de twee kenden elkaar nog niet voordat ze elkaar in  Camp Borden ontmoetten. Ze werden dikke vrienden en beloofden elkaar als er iets met een van hen zou gebeuren en de ander het zou overleven dat de overlevende de moeder en vader van de ander zou bezoeken. Dusty hield zijn belofte en werd goede vrienden met de gebroeders Morgan. Toen Dusty trouwde en een zoon kreeg, noemde hij hem “Patrick”, naar zijn vriend.
 


Op deze afbeelding is de plek aaangegeven waar Morgan gevonden is en de plek waar de Essex verkenning in de problemen kwam volgens de cordinaten uit de gegevens van het hoofdkwartier. Ook staan twee bruggen aangegeven als mogelijke plek waar Morgan gesneuveld is volgens het verhaal van Dusty Miller.

In eerdere publicaties staat beschreven dat Morgan mogelijk op 3 april door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt is aan de noordzijde van het Twentekanaal en ergens tussen 3 en 5 april is gesneuveld, gestorven aan zijn verwondingen of misschien wel vermoord in gevangenschap. 
Maar dit lijkt gezien de gegevens uit de dagboeken niet waarschijnlijk.

Wat vast staat is dat Morgans’ stoffelijk overschot op 5 april werd gevonden in de Koch-bunker voor “Huize ‘t Velde”. Morgans dossier vermeldt slechts twee notities op 4 april: "Missing" en "Killed"

Patrick Bryan Joseph Morgan is op 6 april 1945 met religieuze rituelen begraven in een tijdelijk graf op de begraafplaats in Warnsveld door priester G.E. Gamble. Op 30 januari 1946 werd hij definitief te ruste gelegd op de Canadese Oorlogsbegraafplaats in Holten, graf I.H.2

In 2015 kwam er een melding binnen bij Team Archeologie van de gemeente Zutphen dat er mogelijk een bunker heeft gestaan bij de brug bij Huis 't Velde. Na een eerste onderzoek en een oproep in de lokale media bleek al snel dat er op 5 april 1945 een gesneuvelde Canadees in de bunker was gevonden.
In april 2017 deed het team Archeologie nader onderzoek en al snel werd duidelijk dat het om een zogenaamde Duitse Koch Bunker ging.
Na ruim 70 jaar kwam een delegatie van de familie Morgan naar Nederland om het terrein te bekijken en werd de Morganstraat onthuld ter nagedachtenis aan Patrick.

Met dank aan Terry O'Brien en Veronica O'Brien-Morgan voor hun hulp bij het samenstellen van deze biografie.

Patrick Bryan Joseph Morgan was born September 17 1922 in Hamilton, to Joseph and Angela Morgan (nee Duggan) from Hamilton, Ontario, Canada. Patrick was the fourth in a family of 14 and had 7 brothers (Joseph, Michael, Kevin, Thomas, William, John and Terence) and 6 sisters (Mary, Anne, Kathryn, Virginia, Angela and Regina). Three of his brothers served in the Canadian Navy and one in the Merchant Marine.


They were a poor family in a rough neighbourhood and the boys grew up tough. They were all so very close and they loved and respected their parents and each other. They also were a very faithful family. Being Roman Catholic was very important to Joseph and Angela and they instilled those beliefs in all of the children.


The Morgan,family,  Patrick in the back at the far right.

Patrick Morgan visited school till the age of 14 after completing Grade 8. Although he liked school he left to help at home financially. Patrick was active in sports at school and on a factory team and played baseball, basketball and liked to swim. He was a member of the Catholic Youth Organization. 
After leaving school he had all kind of jobs. He was for 1,5 years a helper for his uncle, Father Vincent, who was a pastor in Acton, Ontario, he was a truck driver for a butcher and grocery store, a torch burner for Hamilton Bridge, a welder at Ontario Forgings and a sailor at the Merchant Marine for 4 month.
In 1941 he was blinded 3 days by welding flash. At the time he enlisted for the army in 1943 he worked on the S.S. Simcoe, a bulk freight steamer of Canada Steamship Line. In between he enlisted to the Royal Canadian Airforce in November 1942 and was found suitable for standard aircrew. Probably he was not needed at the time and he was send on leave without pay and finally discharged on May 5 1943. 

On September 3 1943 Morgan enlisted at #3 District Depot in Kingston Ontario, In his interview he was described as a well-built young man with a pleasant cooperative manner with above average learning ability. Although he had ridden a motorcycle very little he was enthusiastic about it and found suitable for training as a motorcyclist. 
Patrick had his Basic and Advanced training at A-20 Canadian Army Service Corps Training Centre in Red Deer, Alberta which he completed as Driver Class III on December 31 1943.
On January 13 1944 he was transferred to #26 Canadian Armoured Corps Basic Training Centre in Orillia and after two weeks to #3 CAC Camp Borden. 
Patrick must have loved his family life considering the fact that the MP had to pick him up several times from home when he was on leave without permission. But the love for the family was not the only reason for not returning to the barracks in time. He said it was cheaper to be docked the fine for being AWOL than it was to take the train back to the base. Apparently, his mother always made the MP’s tea and breakfast in return for their taxi service!


l-r Patrick Morgan, friend of Anne, Kevin Morgan, Anne Morgan (foto: privé collectie)

Patrick fractured his wrist in 1935 and his right femur in 1940 and when he torn his ligaments of his right knee on April 1 1944 this prevented him for suitability for training as a paratrooper, something he always wanted to be since he joined the army. He stayed in Borden till August 3 1944 when he embarked for the United Kingdom, where he arrived August 10.
Patrick was attached to the Winnipeg Grenadiers from September 1 to October 12 when he embarked for France. He disembarked October 14 1944 in France and was added on October 24 to the Essex Scottish Regiment, 2nd Infantry Division, 4th Infantry Brigade.

Not much is known about the time between Morgan’s stay in France and the Netherland. Fact is that the regiment of the Essex Scottish had a hard time during WW2 and had the most casualties of any unit in the Canadian army during the Second World War. According to the figures of de Commonwealth War Graves Commission 562 members of the regiment are buried in Europe during the world war 2 of which 216 are buried in the Netherlands. 

On April 1 the Essex Scottish crossed the German/Dutch border and arrived just outside Doetinchem which the Germans had retreated just a couple of hours previously. The next day they moved on north and settled in a wooded area near Zutphen. 

On April 3 a platoon went on a recon mission to feel out the enemy near Zutphen under the command of lieutenant Fraser. According to the war diary the platoon suffered one killed and three wounded. Lieut. Fraser was missing but managed to return under cover of darkness, wounded in the shoulder. The report of the headquarters of the 2nd Division also mentions the recon. According to the given coordinates, the pletoon runs into problems at the Bruninkweerd at 3:15 pm, barely 300 meters away from the edge of the forest at 't Velde.
Morgan's official date of death is April 4, but it is likely that he was the victim of this reconnaissance operation on April 3. Allso because on this date no fallen of this regiment are buried in the Canadian cemeteries  The descriptions in the war diaries also seem to match the story that his buddy "Dusty" Miller later told to the family of Patrick Morgan.
 


The war diary of the Essex Scottish Regiment from april 3 1945 showing "one killed and three wounded". 



The top entry comes from the diary of the headquarters of the 2nd Canadian Infantry Division. The coordinates mentioned refer to the Bruninkweerd.

Dusty Miller’s story
Dusty told the family that when on a recon mission a sniper opened fire and Patrick got hit on a bridge. He died in his buddy Dusty Miller’s arms, and later on Dusty told the family Pat’s last words were “look at all the good Irish blood going to waste” 
Dusty was also from Hamilton, but the two of them had not known each other before Camp Borden. They became fast friends and promised each other if anything happened to one of them and the other survived that the survivor would visit the other’s Mother and Father. Dusty kept his promise and really became good friends with the Morgan brothers. When Dusty got married and had a son, he named him Patrick, after his pal. 


This image shows the spot where Morgan was found and the spot where the Essex reconnaissance ran into trouble according to the coordinates from the headquarters data. Two bridges are also indicated as possible places where Morgan was killed according to the story of Dusty Miller.

Earlier publications describe that Morgan may have been taken prisoner by the Germans on the north side of the Twente Canal on April 3 and was killed in action somewhere between 3 and 5 April, died of his wounds or may have been murdered in captivity. But this does not seem likely given the data from the diaries.
What is certain is that Morgans' remains were found on April 5 in the Koch bunker in front of "Huize 't Velde". Morgan's service records lists only two notes on April 4: "Missing" and "Killed"

Patrick Bryan Joseph Morgan was buried on april 6 1945 with regligous rites in a temporary grave at the cemetery in Warnsveld by priest G.E. Gamble. On January 30 1946 he was finally laid to rest at the Canadian War Cemetery in Holten, grave I.H.2

In 2015, a report was received by the Archeology Team of the municipality of Zutphen that there may have been a bunker near the bridge at Huis 't Velde. After an initial investigation and a call in the local media, it soon emerged that a fallen Canadian had been found in the bunker on April 5, 1945.
In April 2017, the Archeology team conducted further investigations and it soon became clear that this was a so-called German Koch Bunker.
After more than 70 years, a delegation of the Morgan family came to the Netherlands to see the site and the Morganstraat was unveiled in memory of Patrick.

Special thanks to Terry O'Brien and Veronica O'Brien-Morgan for their help in compiling this biography.