private

Cavanagh, Peter Allister

Service nummer F/12209

Overleden 1945-04-06

Leeftijd 29

The North Shore (New Brunswick) Regiment



Peter Allister Cavanagh

werd geboren op 29 mei 1915 in Barney’s River, Pictou County, Nova Scotia. Zijn vader was boer en had gediend in de eerste wereldoorlog. Peter had twee broers en een zus. Voordat hij in dienst ging hielp hij zijn vader op de boerderij en werkte hij als houthakker en timmerman. Hij was een verwoed skiër en hield van muziek uit de oude doos en big bands.


Soldatenboekje -Soldiers Paybook (Bron: Canada, WWII Service Files of War Dead, 1939-1947)


Op 8 juli 1940 kwam hij in dienst in New Glasgow, N.S. en diende bij de 7th Anti Aircraft Battery Royal Canadian Artillerie in York, Halifax, Gander en Bedford. In St Johns volgde hij een cursus als  bediende en is tot december 1943 actief als “pay clerk”.  Peter wilde altijd parachutist worden maar zijn moeder wist hem hier altijd van te weerhouden. Maar toen zij in 1943 overleed zag hij zijn kans schoon en meldde zich vrijwillig voor de Paratroepen. Hij begon zijn para opleiding op 26 april 1944  bij de Canadian Parachute Training School in Shilo Manitoba. Maar na ruim 2 weken werd hij opgenomen in het ziekenhuis. Wat hij precies mankeerde is niet bekend, maar het betekende wel het einde van zijn para carrière. Na 20 dagen ziekenhuis werd hij overgeplaatst naar het Canadian Infantry Training Centre in Shilo, Manitoba en pakte hij zijn oude metier als Pay Clerk weer op.
Op 14 oktober 1944 vertrok Peter met de boot naar Engeland waar hij 20 oktober aankwam. Van hieruit maakte hij op 24 november 1944 de oversteek naar het strijdtoneel in noord west Europa waar hij zich aansluit bij de North Shore Regiment.

Zutphen
Het regiment, dat inmiddels in Nederland was aangekomen, vertrok op 5 april uit Doetinchem en concentreerde zich in de bossen tussen Zutphen en Almen.
De hoofdaanval op Zutphen werd in de vroege ochtend van 6 april 1945 ingezet vanaf de Kapperallee. Het Regiment de La Chaudiere leidde de aanval via de Voorsterallee en werd daarbij ondersteund door het 27e Canadian Armoured Regiment (The Sherbrooke Fusiliers Regiment) en op beide flanken door het North Shore Regiment (NSR). 
De B company van het NSR vertrok vanaf  het verzamelpunt aan de Almenseweg en volgde het spoor richting het Twentekanaal, op afstand gevolgd door D company. A- en C-Coy gingen op de linkerflank richting Zutphen via de “Piepenbelt en de “Kijk over”.
B-coy kwam op de rechter flank uit op het pad tussen het Twente kanaal en het spoor richting het viaduct waar de Deventerweg de spoorlijn kruist. Hier werden zij plotseling van links en recht onder vuur genomen. Een groep van ongeveer 40 Duitsers hadden het eerste peloton laten passeren terwijl zij in dekking lagen en vielen nu ook van de achterkant aan waardoor het peloton afgesneden raakte van de rest. Er vond een heftige strijd plaats, soms man tegen man, met vele slachtoffers aan beide kanten. Uiteindelijk wist B-company zich met behulp van D-coy terug te trekken en werd later op de dag besloten dat het North Shore Regiment de posities van de Chaudieres over zou nemen die zich inmiddels in het Deventerwegkwartier bevonden. Zutphen werd fel verdedigd door leden van de 361e Volks Grenadier Divisie, leden van het 3e Fallschirmjäger Ersatz und Ausbildungs Regiment en Nederlandse SS-ers met machinegeweren, snipergeweren, mortieren en panzerfausten.
In het Deventerwegkwartier werd onder andere zwaar gevochten in de Schimmelpennincklaan, de Sloetstraat, de van der Capellenlaan, de Heeckerenlaan en de Gasthuiskamp. Het ging vaak van huis tot huis en vele woonhuizen werden verwoest of raakten in brand.

Bij de gevechten op 6 april sneuvelden sneuvelde soldaat Peter Cavanagh. Hij werd tijdelijk begraven in de voortuin van Het Elger in Almen. Op 28 januari 1946 kreeg hij zijn definitieve rustplaats op het Canadian War Cemetery in Holten, graf I.G.9.

Peter Allister Cavanagh

was born on May 29, 1915, in Barney's River, Pictou County, Nova Scotia. His father was a farmer and had served in the First World War. Peter had two brothers and a sister. Before enlisting, he helped his father on the farm and worked as a woodcutter and carpenter. He was an avid skier and loved old-fashioned music and big bands.


Soldatenboekje -Soldiers Paybook (Bron: Canada, WWII Service Files of War Dead, 1939-1947)

On July 8, 1940, he entered service in New Glasgow, Nova Scotia and served with the 7th Anti Aircraft Battery, Royal Canadian Artillery (RCA) at York, Halifax, Gander and Bedford. In St Johns he took a course as a clerk and was active as a pay clerk until December 1943. Peter always wanted to be a paratrooper but his mother always prevented him from doing so. But when she died in 1943, he saw his chance and volunteered for the Paratroopers. He began his para training on April 26, 1944 at the Canadian Parachute Training School in Shilo Manitoba. But after more than 2 weeks he was admitted to the hospital. It is not known exactly what was wrong with him, but it did mean the end of his para career. After 20 days in hospital, he was transferred to the Canadian Infantry Training Center in Shilo, Manitoba and resumed his old profession as a Pay Clerk.
On October 14, 1944, Peter left by boat for England, where he arrived on October 20. From here he made the crossing to the battlefield in north-western Europe on November 24, 1944, where he joined the North Shore Regiment.

Zutphen
The regiment, which had meanwhile arrived in the Netherlands, left Doetinchem on April 5 and concentrated in the woods between Zutphen and Almen.
The main attack on Zutphen was launched in the early morning of April 6, 1945, from the Kapperallee Rd on the east side of the town. The Régiment de la Chaudière led the attack via the Voorsterallee Rd, supported by 27e Canadian Armoured Regiment (The Sherbrooke Fusiliers Regiment) and on both flanks by the North Shore (NB) Regiment, NS(NB)R.
B company of the NS(NB)R started from an assembly point on the Almenseweg (road) and advanced west along the railway track which borders the Twente Canal. D company followed at a distance. A and C Companies advanced towards Zutphen on the Chaudière’s left flank via the farms  “Piepenbelt” and “Kijk over” 
B-Coy on the right flank arrived at a path that ran south from the Twente canal, and towards a viaduct where the Deventerweg (road) meets the railway line. Here they were suddenly under fire from the left and right. A group of about 40 Germans had let the first B-Coy platoon pass while they were in hiding and then attacked from the rear. The platoon was now isolated. A fierce battle took place that included man-to-man combat and resulted in many casualties, both German and Canadian. In the end, B-company managed to withdraw with the help of D-Coy. 
Later in the day, it was decided that the North Shore Regiment would take over the positions of the Chaudières, who were now located in the Deventerwegkwartier (neighbourhood).
Zutphen was fiercely defended by fanatical young members of the 361st Volks Grenadier Division, members of the 3e Fallschirmjäger Ersatz und Ausbildungs Regiment (Paratrooper) and Dutch SS men with machine guns, sniper rifles, mortars, and Panzerfausts.The regiment participated in heavy fighting, on the streets Schimmelpennincklaan, Sloetstraat, van der Capellenlaan, Heeckerenlaan and Gasthuiskamp, among others. They fought house to house and many homes were destroyed or went up in flames.

In these fights on April 6, sixteen Canadians were killed, including eight members of the North Shore (NB) Regiment. Private Peter Allister Cavanagh was one of these soldiers killed in action on April 6*, 1945. He was temporarily buried at "het Elger" in the village of Almen, and afterward was given a final resting place on January 28, 1946, at the Canadian War Cemetery in Holten, grave I.G.9

* Records indicate that on Friday, April 6, eight soldiers of the NS(NB)R were killed while fighting near the Twente Canal and in the Deventerwegkwartier. Although four of the dead have “April 5” on their tombstones, this date is doubted or contradicted by various sources. The NS(NB)R War Diary also makes no mention of losses or serious confrontations with the enemy on April 5. April 5 was the day when the regiment moved from the area of Doetinchem to the woods between Zutphen and Almen.