Corporal

Shepherd, Reginald Alastair

Service nummer K/46340

Overleden 1945-04-06

Leeftijd 31

The North Shore (New Brunswick) Regiment



Korporaal Reginald Alastair Shepherd

werd geboren op 13 januari 1914 in Sunderland, Durham County, Engeland. Hij was de zoon van Reginald Andrew Shepherd en May Constance Havergal (Adamson). Ongeveer twee jaar later werden de tweelingbroers John en Fraser geboren.
In 1921, toen Alastair zeven was, stierf zijn vader op veertigjarige leeftijd en kort daarna verhuisde het gezin naar Canada. Ze kwamen aan in Quebec en verhuisden vervolgens naar Alberta, waar zijn moeder hertrouwde.
Het gezin verhuisde opnieuw naar Victoria, BC, waar Alastair afstudeerde van de middelbare school. Alastair vervolgde zijn opleiding en behaalde een Bachelor of Arts-graad aan de Universiteit van Manitoba, met als hoofdvak Engels en geschiedenis. In zijn vrije tijd volgde Alastair een cursus typen en steno aan de Sprott Business School.


Gedeelte uit de brief van Martin Haley waarin hij beschrijft hoe Shepherd is gesneuveld.

Alastair studeerde in 1937 af aan de universiteit en bekleedde daarna verschillende banen, waaronder kelner, nachtwaker en scheepswerfarbeider. Uiteindelijk kwam hij bij C.N.R. Telegrafie in Victoria BC als administratief medewerker en telegrafist. Alastair hield van muziek, hij verzamelde vinylplaten en las in zijn vrije tijd boeken over geschiedenis en avonturenverhalen.
In 1939 verklaarde Engeland de oorlog aan Duitsland en in 1940 sloot Alastair zich aan bij de Non-Permanent Active Militia (NPAM). De NPAM was een reserve-eenheid die 's avonds, in het weekend en op zomerkampen trainde. Gedurende deze tijd was zijn broer John bij de Royal Air Force (RAF) gekomen en vloog nu als piloot officier in een Hurricane bij het 1st Squadron van de Royal Air Force. Op 5 juni 1940 werd John gedood toen hij tijdens een luchtgevecht boven Rouen, Frankrijk, werd neergeschoten. Alastairs broer Frazer Shepherd ging in dienst bij het Canadese leger en werd luitenant. Hij raakte gewond tijdens zijn uitzending in Europa, maar overleefde en kon naar huis terugkeren naar Canada.
Alastair Shepherd nam op 30 juni 1942 in Victoria dienst voor actieve dienst bij de Royal Canadian Artillery (RCA). Hij trainde in Esquimalt BC, werd gepromoveerd tot de rang van Bombardier en trainde daarna in Calgary. Uit de gegevens blijkt dat Alastair was geselecteerd voor een opleiding tot officier en dat hij daar aanvankelijk graag voor stond. Echter, om redenen die hij niet heeft uitgelegd, weigerde hij de training en koos ervoor om bij zijn rang te blijven, en verzocht om zo snel mogelijk naar het buitenland te worden gestuurd. In april 1943 was hij gepromoveerd tot de rang van Lance Sergeant.
Alastair vervolgde zijn infanterie- en artillerie-training in Calgary en Wetaskiwin, Alberta, en later Debert Nova Scotia. Eind juli 1944 werd hij overgebracht naar het Verenigd Koninkrijk en op 12 augustus werd hij over het Kanaal naar Frankrijk overgebracht. Op 15 augustus werd hij geplaatst bij het North Shore (New Brunswick) Regiment. Uit gegevens blijkt dat hij op 5 augustus op eigen verzoek tot de rang van soldaat was verlaagd.
In september 1944 heeft Alastair met de NS(NB)R gevochten tijdens de verovering van Franse havens langs het Engelse Kanaal. Oktober werd doorgebracht in de meedogenloze en dodelijke Slag om de Schelde die resulteerde in de opening van de haven van Antwerpen als voorbereiding op de invasie van Duitsland. Duitsland werd op 8 februari 1945 door de Canadezen binnengevallen en Alastair zou op 26 februari bij Keppeln hebben gevochten. Een maand later stak het regiment de Rijn over. In maart 1945 werd Alastair opnieuw gepromoveerd tot de rang van waarnemend korporaal.


Vermoedelijk is Shepherd in deze omgeving gesneuveld

Zutphen
Het regiment, dat inmiddels in Nederland was aangekomen,  vertrok op 5 april uit Doetinchem en concentreerde zich in de bossen tussen Zutphen en Almen. 
De hoofdaanval op Zutphen werd in de vroege ochtend van 6 april 1945 ingezet vanaf de Kapperallee. Het Regiment de La Chaudiere leidde de aanval via de Voorsterallee en werd daarbij ondersteund door het 27e Canadian Armoured Regiment (The Sherbrooke Fusiliers Regiment) en op beide flanken door het North Shore Regiment (NSR). 
De B company van het NSR vertrok vanaf  het verzamelpunt aan de Almenseweg en volgde het spoor richting het Twentekanaal, op afstand gevolgd door D company. A- en C-Coy gingen op de linkerflank richting Zutphen via de “Piepenbelt en de “Kijk over”.

B-coy kwam op de rechter flank uit op het pad tussen het Twente kanaal en het spoor richting het viaduct waar de Deventerweg de spoorlijn kruist. Hier werden zij plotseling van links en recht onder vuur genomen. Een groep van ongeveer 40 Duitsers hadden het eerste peloton laten passeren terwijl zij in dekking lagen en vielen nu ook van de achterkant aan waardoor het peloton afgesneden raakte van de rest. Er vond een heftige strijd plaats, soms man tegen man, met vele slachtoffers aan beide kanten. Bij dit gevecht werd Shepherd dodelijk getroffen.

 

De omgeving anno 2022: links de brug over het Twentekanaal met rechts de spoorlijn

Uiteindelijk wist B-company zich met behulp van D-coy terug te trekken en werd later op de dag besloten dat het North Shore Regiment de posities van de Chaudieres over zou nemen die zich inmiddels in het Deventerwegkwartier bevonden. Zutphen werd fel verdedigd door veelal jonge leden van de 361e Volks Grenadier Divisie, leden van het 3e Fallschirmjäger Ersatz und Ausbildungs Regiment en Nederlandse SS-ers met machinegeweren, snipergeweren, mortieren en panzerfausten
In het Deventerwegkwartier werd onder andere zwaar gevochten in de Schimmelpennincklaan, de Sloetstraat, de van der Capellenlaan, de Heeckerenlaan en de Gasthuiskamp. Het ging vaak van huis tot huis en vele woonhuizen werden verwoest of raakten in brand.


Bij deze gevechten op 6 april sneuvelden 16 Canadezen, waarvan 8 leden van het North Shore Regiment. Korporaal Reginald Alastair Shepherd * was één van hen. 

Brief Martin J. Haley
Shepherd zat in B coy waar ook Martin J. Haley deel van uit maakte. Haley schreef in de negentiger jaren in een brief (zie foto's)  over de strijd ten zuiden van  het Twentkanaal en de actie waarbij Shepherd om het leven kwam. Hierdoor is de plaats waar Shepherd om het leven kwam redelijk precies te duiden.

Hij werd tijdelijk begraven in de voortuin van Het Elger in Almen. Op 28 januari 1946 kreeg hij zijn definitieve rustplaats op het Canadian War Cemetery in Holten, graf III.B.4.
.
*) Op vrijdag 6 april sneuvelden waarschijnlijk 8 leden van het NSR bij de strijd aan het Twentekanaal en in het Deventerwegkwartier. Hoewel 4 van hen “5 april” op hun grafsteen hebben staan wordt deze datum door diverse bronnen betwijfeld of tegengesproken. 
Ook het dagboek van het regiment maakt geen melding van verliezen of ernstige confrontaties met de vijand op 5 april en was het een dag waarop het regiment zich verplaatste van de omgeving van Doetinchem naar de bossen tussen Zutphen en Almen.


Corporal Reginald Alastair Shepherd was born on January 13, 1914, in Sunderland, Durham County, England. He was the son of Reginald Andrew Shepherd and May Constance Havergal (Adamson). About two years later, twin brothers, John and Fraser were born.
In 1921 when Alastair was seven his father passed away at the age of forty and shortly afterward, the family moved to Canada. They arrived in Quebec then relocated to Alberta where his mother remarried. 
The family moved again to Victoria, BC, where Alastair graduated from high school. Alastair then continued his education earning a Bachelor of Arts degree from the University of Manitoba, majoring in English and History. In his spare time, Alastair took a typing and shorthand course at the Sprott Business School. 


Excerpt from Martin Haley's letter describing how Shepherd was killed.

Alastair graduated from university in 1937 and afterward held various jobs, including, a waiter, night watchman, and shipyard worker. Eventually, he came to work at C.N.R. Telegraphs in Victoria B.C. as an administrative assistant and telegraph operator. Alastair loved music, he collected vinyl records and read books about history and adventure stories in his spare time.
In 1939 England declared war with Germany and in 1940, Alastair joined the Non-Permanent Active Militia (NPAM). The NPAM was a reserve unit that trained in the evening, on weekends, and at summer camps. During this time his brother John had joined the Royal Air Force (RAF) and now flew as a pilot officer in a Hurricane with the 1st Squadron of the Royal Air Force. On June 5, 1940, John was killed when he was shot down over Rouen, France during a dogfight. Alastair’s brother Frazer Shepherd, enlisted with the Canadian Army and became a Lieutenant. He was injured during his deployment in Europe but survived and was able to return home to Canada.
Alastair Shepherd enlisted for active duty with the Royal Canadian Artillery (RCA) on June 30, 1942, in Victoria. He trained at Esquimalt BC, was promoted to the rank of Bombardier, and afterward trained in Calgary. Records show that Alastair had been selected for training to be an officer and was initially eager to do. However, for reasons not explained, he then declined the training and chose to stay with his rank, and requested that he be sent overseas as soon as possible. By April 1943 he had been promoted to the rank of Lance Sergeant. 
 Alastair continued with infantry and artillery training in Calgary and Wetaskiwin, AB, and later Debert NS. In late July 1944, he was transferred to the United Kingdom and on August 12, he was transferred across the English Channel to France. On August 15, he was placed with the North Shore (New Brunswick) Regiment. Records show that on August 5, at his own request he had been lowered to the rank of private.
 Arriving when he did Alastair would have fought with the NS(NB)R in September during the capture of French ports along the English Channel. October was spent in the brutal and deadly Battle of Scheldt that resulted in the opening of the port of Antwerp in preparation for the invasion of Germany. Germany was invaded by the Canadians on February 8, 1945, and Alastair would have fought in the battle at Keppeln on February 26. A month later the regiment crossed the Rhine. In March 1945 Alastair was again promoted to the rank of Acting Corporal.


Shepherd was killed in this area.

Zutphen
In April the Canadians turned to the northwest to liberate the northern Netherlands. The NS(NB)R and the Régiment de la Chaudière were now given the task of capturing the Dutch town of Zutphen on the east bank of the Ijssel River. The NS(NB)R moved north from Doetinchem on April 5 and concentrated in the woods between Zutphen and Almen.
The main attack on Zutphen was launched in the early morning of April 6, 1945, from the east side of town. The Régiment de la Chaudière led the attack via the Voorsterallee Rd, supported by 27e Canadian Armoured Regiment (The Sherbrooke Fusiliers Regiment) and on both flanks by the North Shore (NB) Regiment, NS(NB)R.
B company of the NS(NB)R started from an assembly point on the Almenseweg Rd and advanced west along the railway track which borders the Twente Canal. D company followed at a distance. A and C Companies advanced towards Zutphen on the Chaudière’s left flank via the farm fields of the “Piepenbelt” and the “Kijk over”.

The North Shore B-Coy on the right flank arrived at a path that ran south from the Twente canal, and towards a viaduct where the Deventerweg Rd crosses the railway line. Here they suddenly came under fire from the left and the right. A group of about forty Germans had let the first B-Coy platoon pass while they were in hiding and then attacked from the rear. The B-Coy platoon was now isolated. A fierce battle took place that included man-to-man combat that resulted in many casualties, both German and Canadian.It was here where Shepherd got killed.


The area today: on the left the bridge crossing the Twente canal and on the right the railway.

In the end, B-company managed to withdraw with help from D-Coy. 
 Later in the day, it was decided that the North Shore Regiment would take over the positions of the Chaudières, who were now located in the Deventerwegkwartier (Deventer Road neighbourhood). 
Zutphen was fiercely defended by fanatical and young members of the 361st Volks Grenadier Division, members of the 3e Fallschirmjäger Ersatz und Ausbildungs Regiment (Paratrooper) regiment and Dutch SS men with machine guns, sniper rifles, mortars, and Panzerfausts.. As the NS(NB)R advanced towards the centre of the town, they participated in heavy fighting, on the streets Schimmelpennincklaan, Sloetstraat, Van der Capellenlaan , Heeckerenlaan and Gasthuiskamp. They fought house by house and many homes were destroyed or went up in flames.
 In these fights on April 6, sixteen* Canadians were killed, including eight members of the North Shore (NB) Regiment. Corporal Reginald Alastair Shepherd was one of these fatal casualties. 

Letter Martin J. Haley
Shepherd was in B coy which also included Martin J. Haley. Haley wrote in a letter in the nineties (see photos) about the battle south of the Twente Canal and the action in which Shepherd was killed. This makes it possible to identify the place where Shepherd died fairly accurately.

 He was buried temporarily at "het Elger" in the village of Almen, and afterward was given a final resting place on January 28, 1946, at the Canadian War Cemetery in Holten, grave III.B.3.

* Records indicate that on Friday, April 6, eight soldiers of the NS(NB)R were killed while fighting near the Twente Canal and in the Deventerwegkwartier. Although four of the dead have “April 5” on their gravestones, this date is doubted or contradicted by various sources. The NS(NB)R War Diary makes no mention of losses or serious confrontations with the enemy on April 5. The War Diary states that on April 5 the regiment traveled from the Doetinchem area to a woods between Zutphen and Almen.