Corporal

Granziol, Renato Attilio

Service nummer A/117590

Overleden 1945-04-04

Leeftijd 21

The Highland Light Infantry of Canada



Renato Attilio Granziol werd geboren op 25 januari 1924 in Venetië, Italë, als zoon van Antonio en Regina Granziol. Hij had één oudere broer, Dino, en twee zussen, Santina en Rita. Als het fascisme de kop opsteekt in Italië besluiten zijn ouders in 1929 naar Canada te emigreren. Het gezin woonde in Windsor, Ontario. Renato zat tot zijn 17de op school en stopte rond Pasen met Grade 12. Op High School speelde hij 3 jaar rugby in een zeer succesvol team dat 28 wedstrijden op rij wist te winnen. Daarnaast hield hij van hockey en turnen.  Hij werkte 4 maanden in een stomerij en bijna 2 jaar als spuiter en machine operator bij Bendix Eclipse in Windsor, een bedrijf waar buitenboordmotoren voor boten gefabriceerd werden. 

Renato melde zich op 10 maart 1943 in Windsor Ontario voor zijn dienstplicht. Hij wilde graag bij de Royal Canadian Air Force. Qua opleiding was hij wel geschikt, maar hij had een oogafwijking en kwam niet door de keuring. Hij kreeg zijn basic training in Chatham, Ontario en rondde deze af op 8 mei 1943. Twee maanden later volgde de advanced training in Ipperwash, Ontario. 


Soldatenboekje -Soldiers Paybook (Bron: Canada, WWII Service Files of War Dead, 1939-1947)

Na zijn infanterie opleiding vertrok Renato naar het Verenigd Koninkrijk waar hij op 1 september 1943 aankwam. Hij werd toegevoegd aan de 3rd Canadian Infantry Reinforcement Unit. Het wachten op de grote aanval begon en na 9 maanden werd deze op 6 juni 1944 ingezet: D-day. Renato  landt op Juno Beach in Normandië met de Highland Light Infantry of Canada dat onderdeel is van de 9th Canadian Infantry Brigade.
Op 8 juli 1944 raakte hij door een mortier ernstig gewond aan zijn rechter voet en had hij een schotwond in zijn buik tijdens Operation Charnwood, een hevige strijd tegen de 12de SS Panzer Division Hitlerjugend en de 16th Luftwaffe Field Division ten noorden van Caen. Hij werd geëvacueerd naar Engeland en aldaar opgenomen in het Royal Hospital St. James in Portsmouth.  Zijn verdere behandeling en revalidatie kreeg hij in het No. 21 en No. 22 Canadian General Hospital in Bramshott.
Eind juli 1944 was Renato dusdanig hersteld van zijn verwondingen dat hij uit het ziekenhuis werd ontslagen en weer wordt toegevoegd aan de Reinforcement Unit. Begin oktober ging hij wederom naar Frankrijk en sloot zich aan bij de Highland Light Infantry of Canada. 
Op 1 november 1944 raakte hij voor de tweede keer gewond tijdens de gevechten bij de Schelde, ditmaal door een kogel in zijn rechter onderarm . Hij  werd wederom gerepatrieerd naar Engeland en verbleef 3 weken in het No. 12 Canadian General Hospital in Horley, een groot ziekenhuis ten zuiden van Londen met een capaciteit van maar liefst 1200 bedden.
Renato, wederom goed hersteld,  werd op 16 december 1944 weer opgenomen in de gelederen van de Highland Light Infantry of Canada en in januari 1945 werd hij bevorderd tot corporaal.

Op 3 april vertrok het regiment om 14.00 uur uit de grensplaats Elten en ging noordwaarts richting Zutphen. Toen zij Baak gepasseerd hadden en  in de buurt van De Elter  kwamen stuitten ze op hevige tegenstand van de Duitse tegenstander  en er werd besloten om aldaar te wachten tot de volgende dag. Bij zonsopgang ging men van de Elter richting de Disselwaard waar een aantal Duitsers gevangen werden genomen. Er zijn diverse brugggen opgeblazen, maar uiteindelijk vond men er een die nog in takt was en kon men verder. 

Zo begon de laatste dag van Renato, een dag die in de buurt van Vierakker plotseling tot een eind kwam. Hij raakte voor de derde keer gewond. Dit keer werd hij getroffen door een kogel rechts in zijn borst, die een zogenaamde zuigende wond veroorzaakte. Hij werd nog overgebracht naar het Canadian Casualty Clearing Station in ’s Heerenberg, een Canadees hospitaal dat gevestigd is in het klooster, maar hij overleed diezelfde dag aldaar op 21 jarige leeftijd aan zijn verwondingen.


In bovenstaand fragment van een krantenartikel wordt beschreven hoe een kapitein om het leven kwam in de boerderij “de Disselwaard” van H.J. Hermsen. 
Uit het oorlogsdagboek van het regiment blijkt dat het HLI regiment inderdaad op 4 april 1945 bij deze boerderij  gevochten heeft. Echter is in Vierakker geen Canadese kapitein gesneuveld. Hoogstwaarschijnlijk betreft het hier korporaal Granziol. Hij was de hoogste soldaat in rang die in de Disselwaard sneuvelde.

 


Tijdens de gevechten in Vierakker en Leesten werden vele boerderijen door brand vewoest. Op de foto de resten van boerderij "de Disselwaard" van H.J. Hermsen (foto: G.ter Beek)

Renato Granziol werd tijdelijk begraven op de Algemene Joodse begraafplaats in ‘s Heerenberg en werd op  22 januari 1946 herbegraven op het Canadian War Cemetery in Groesbeek, graf XVII. F. 11.
Corporal R.A. Granziol wordt in Warnsveld herdacht op het monument aan de Kerkhofweg.

Renato Attilio Granziol was born on January 25, 1924 in Venice, Italy, to Antonio and Regina Granziol. He had one older brother, Dino, and two sisters, Santina and Rita. When fascism came up in Italy, his parents decided to emigrate to Canada in 1929. The family lived in Windsor, Ontario. Renato attended school until he was 17 and dropped out of Grade 12 around Easter. At High School he played rugby for 3 years in a very successful team that won 28 games in a row. Besides rugby he also loved hockey and gymnastics. Renato worked 4 months in a dry cleaner's and nearly 2 years as a paint sprayer and machine operator at Bendix Eclipse in Windsor, a company manufacturing outboard motors for boats.

Renato enlisted in Windsor Ontario on March 10, 1943. He wanted to join the Royal Canadian Air Forc and in terms of education he was suitable, but he had an eye defect and did not pass the tests. He received his infantry basic training in Chatham, Ontario and completed it on May 8, 1943. Two months later advanced training followed in Ipperwash, Ontario.


Soldatenboekje -Soldiers Paybook (Bron: Canada, WWII Service Files of War Dead, 1939-1947)

After his training Renato left for the United Kingdom where he arrived on September 1, 1943. He was assigned to the 3rd Canadian Infantry Reinforcement Unit. The waiting for the big attack started and after 9 months it was deployed on June 6, 1944: D-day. 
Renato landed on Juno Beach in Normandy with the Highland Light Infantry of Canada, part of the 9th Canadian Infantry Brigade.
On July 8, 1944, he was seriously wounded in the right foot by a mortar and had a gunshot wound to the abdomen during Operation Charnwood, a fierce battle north of Caen against the 12th SS Panzer Division Hitlerjugend and the 16th Luftwaffe Field Division. He was evacuated to England and admitted to the Royal Hospital St. James in Portsmouth. He received his further treatment and rehabilitation at the No. 21 and no. 22 Canadian General Hospital at Bramshott.
At the end of July 1944, Renato had recovered from his injuries and was discharged from the hospital and reassigned to the Reinforcement Unit. In early October he went again to France and joined the Highland Light Infantry of Canada.
On November 1, 1944, he was wounded for the second time during the fighting near the Scheldt, this time by a bullet in his right forearm. He was again evacuated to England and spent 3 weeks in the No. 12 Canadian General Hospital in Horley, a large hospital south of London with a capacity of no less than 1200 beds. Renato, again well recovered, was rejoined with the Highland Light Infantry of Canada on December 16, 1944, and was promoted to corporal in January 1945.

On April 3 at 2 pm, the regiment left Germany from the border town of Elten and headed north towards Zutphen. When they passed Baak and came near “De Elter” they encountered heavy resistance from the German opponent and it was decided to wait there until the next day. At sunrise they went from “De Elter” to the Disselwaard where a number of Germans were captured. Several bridges were destroyed, but in the end one was found that was still intact and they could continue.

This is how Renato's last day began, a day that suddenly came to an end near Vierakker. He was wounded for the third time. This time, he was hit by a bullet to the right of his chest, causing a so-called sucking wound. He was transferred to the Canadian Casualty Clearing Station in 's Heerenberg, a Canadian hospital located in the monastery, but he died there that same day at the age of 21 from his injuries.


The above fragment of a newspaper article describes how a captain died in the farm "de Disselwaard" of H.J. Hermsen.
The regiment's war diary shows that the HLI regiment did indeed fight at this farm on April 4, 1945. However, no Canadian captain was killed in Vierakker. Most likely this concerns Corporal Granziol, the highest in rank of the HLI, who was killed here.



During the fighting in Vierakker and Leesten many farms were destroyed by fire. In the photo the remains of farm "de Disselwaard" of H.J. Hermsen (photo: G.ter Beek)

He was temporarily buried at the General Jewish Cemetery in 's Heerenberg and was reburied on January 22, 1946 at the Canadian War Cemetery in Groesbeek, grave XVII. F. 11.

Corporal R.A. Granziol is commemorated in Warnsveld on the monument on the Kerkhofweg.