Bombardier

Ruck, Rudolph

Service nummer H/35287

Overleden 1945-04-04

Leeftijd 39

Royal Canadian Artillery



Rudolph Ruck

werd geboren in Rusland op 18 mei 1905 als zoon van Godfrey en Bertha Ruck. In zijn dossier zijn verder geen details te vinden over zijn jeugd en hoe- en wanneer hij uiteindelijk naar Canada is geëmigreerd. Hij had een broer en een zus: Adolph en Olga Ruck.
Rudolph  was getrouwd met Rose Ruck en samen kregen zij drie kinderen: Ronald Alan, Donald Edgar en Gerald Keith. Het gezin woonde op 679 Union Avenue, Winnipeg, Manitoba, Canada.
Voor zijn diensttijd werkte Rudolph van 1923 tot 1931 als administratief medewerker bij D. Ackland and Sons in Winnipeg, een groothandel in auto accessoires. Van 1931 tot 1939 was hij handelsreiziger bij hetzelfde bedrijf. Van 1939 tot zijn diensttijd was hij vrachtwagen chauffeur.
In zijn vrije tijd speelde hij golf, ijshockey, voetbal, baseball en ging hij vissen.

Rudolph meldde zich vrijwillig op 30 mei 1940 bij het No 10 District Depot in Winnipeg en werd ingedeeld bij de artillerie. Hij kwam zonder problemen door de medische keuring en werd omschreven als iemand met een goede persoonlijkheid en een nette verschijning.
Na zijn basis opleiding in Winnipeg werd hij toegevoegd aan het hoofdkwartier van de 3de Canadese Divisie RCA en werd hij gestationeerd in Kingston en Debert en bereikte hij de rang van Bombadier (corporaal bij de artillerie)


Soldatenboekje -Soldiers Paybook (Bron: Canada, WWII Service Files of War Dead, 1939-1947)

In Juni 1941 veroorzaakte Rudolph onder invloed van alcohol een eenzijdig ongeval met een militair voertuig dat uiteindelijk omsloeg en beschadigd raakte. Hij kwam er zelf zonder kleerscheuren vanaf maar het voorval werd hem als onderofficier wel kwalijk genomen, hetgeen hem een vermaning opleverde en een veroordeling tot het betalen van 25 dollar schadevergoeding.

Eind Juli 1941 vertrok Ruck naar het Verenigd Koninkrijk, waar hij na een boottocht van 10 dagen  in de Schotse haven van  Gourock aankwam. In Engeland volgde hij nog opleidingen tot motorrijder en Driver Mechanic “C”.
Op 12 januari 1942 werd hij toegevoegd aan het 12de Field Regiment, 11de batterij van de RCA.
Tijden zijn verblijf in Engeland werd hij tijdelijk teruggeplaatst in de rang van Gunner (soldaat bij de artillerie) maar toen hij op 6 juni 1944, D-day, met zijn regiment voet aan wal zette in Normandië kreeg hij weldra weer de rang van Bombardier. 

Nederland
Als het regiment op 1 april 1945 vanuit Duitsland de grens met Nederland overtrekt komen zij terecht in het plaatsje Zeddam. Het hoofdkwartier betrekt de plaatselijke windmolen. Men is erg onder de indruk van de schoonheid van de molen en de dikte van de muren die worden omschreven als 5 voet dik met daaromheen 20 voet aarde. “Daarmee is de molen waarschijnlijk de sterkste commandopost die wij ooit gehad hebben” staat te lezen in de War diary. 
Ook staat in het dagboek geschreven dat men weer blij was vriendschap te kunnen sluiten met de plaatselijke bevolking, hetgeen in Duitsland streng verboden was.
Na een verblijf in Kilder en Wehl kreeg het regiment van Ruck  op 4 april om 9 uur orders om noordwaarts te gaan, om de 9de Infanterie Brigade te ondersteunen die het zwaar had bij de gevechten in het buurtschap Leesten. 
De grote colonne met voertuigen trok onderweg veel bekijks. Ook in het dorp Baak stonden de inwoners de Canadezen juichend te begroeten. Maar op de kruising waar de Canadezen rechtsaf slaan richting Wichmond ontploft plotseling een granaat. Mogelijk waren het meer granaten. Waarschijnlijk werd het projectiel afgevuurd vanaf de west kant van de IJssel bij Cortenoever. De granaat zaaide dood en verderf in het kleine dorp. Kinderen die kort tevoren zwaaiend langs de kant stonden liggen levenloos op de grond. Anderen raken zwaar gewond. De gewonde burgers worden zo snel mogelijk vervoerd naar het ziekenhuis in Nijmegen. 
Rudolph Ruck raakte ook bij dit incident in Baak gewond. Hij werd naar een verbandpost gebracht in de buurt van Beek, maar de hulp mocht niet meer baten en hij overleed op 39 jarige leeftijd aan zijn verwondingen.
Hij werd begraven op een tijdelijke begraafplaats van de 3de Canadese Divisie tussen Beek en Loerbeek
Op 11 maart 1946 kreeg Rudolph Ruck zijn definitieve rustplaats op de Canadian War Cemetery in Groesbeek Graf XXII.D.4

In totaal verloren 14 personen het leven bij incidenten met granaten in Baak, waarvan 7 kinderen onder de 12 jaar. sommigen overleden bij het vinden van granaten waarna deze ontploften.   


Een van de graven in Baak. Hier rusten drie kinderen uit het gezin Schooltink: Theo(5), Joosje(7) en Bennie(16)

Rudolph Ruck

was born in Russia on May 18, 1905 to Godfrey and Bertha Ruck. There are no further details in his service files about his youth and how and when he eventually emigrated to Canada. He had one brother and one sister: Adolph and Olga Ruck.
Rudolph was married to Rose Ruck and together they had three children: Ronald Alan, Donald Edgar and Gerald Keith. The family lived at 679 Union Avenue, Winnipeg, Manitoba, Canada.
Before his service, Rudolph worked from 1923 to 1931 as an klerk for D.Ackland and Sons in Winnipeg, a wholesaler of car accessories. From 1931 to 1939 he was a traveling salesman for the same company. From 1939 until his military service he was a truck driver.
In his spare time he played golf, hockey, football, baseball and went fishing.

Rudolph volunteered on May 30, 1940 at No 10 District Depot in Winnipeg and was assigned to the artillery. He passed the medical examination without any problems and was described as a good personality and a neat appearance.
After his basic and advanced training in Winnipeg he was attached to HQ of the 3rd Canadian Division RCA and was stationed in Kingston and Debert and reached the rank of bombardier (corporal in the artillery)


Soldatenboekje -Soldiers Paybook (Bron: Canada, WWII Service Files of War Dead, 1939-1947)

In June 1941 Rudolph caused, while under the influence of alcohol, an accident with a military vehicle that eventually turned over and damaged. He himself escaped unscathed, but he was admonished and sentenced to pay $ 25 for damage.

At the end of July 1941, Ruck embarked for the United Kingdom, where he arrived in the Scottish port of Gourock after a 10-day boat trip. In England he had additional training as a motorcyclist and Driver Mechanic “C”.
On January 12, 1942, he was attached to the RCA's 12th Field Regiment, 11th Battery.
During his stay in England he was temporarily reverted to the rank of Gunner (soldier in the artillery) but when he set foot in Normandy with his regiment on June 6, 1944, D-Day, he soon regained the rank of Bombardier.

The Netherlands
When the regiment crossed the border with the Netherlands from Germany on April 1, 1945, they ended up in the town of Zeddam. The headquarters was set in the local windmill and the men were very impressed by the beauty of the mill and the thickness of the walls which are described as 5 feet thick with 20 feet of earth around them. "This makes the mill probably the strongest command post we've ever had," reads the War diary.
The men were also happy to be able to fraternise with the local population again, which was strictly forbidden in Germany.
After a stay at Kilder and Wehl, Ruck's regiment received orders. on 4 April at 9 a.m. to move north to support the 9th Infantry Brigade in the hamlet of Leesten.
The large column of vehicles attracted a lot of attention along the way. In the village of Beak the inhabitants were also cheering to greet the Canadians. But at the intersection where the Canadians turned right towards Wichmond, a shell suddenly exploded. The projectile was probably fired from the west side of the IJssel river near Cortenoever. The shell sowed death and destruction in the small village. Children who had recently been waving along the sideline lie lifeless on the ground. Others were seriously injured. The injured civilians were transported to the hospital in Nijmegen as quickly as possible.
Rudolph Ruck was also injured in this incident in Baak. He was taken to a first aid station near Beek, but he died of his injuries at the age of 39.
He was buried in a temporary cemetery of the 3rd Canadian Division between Beek and Loerbeek.
On March 11, 1946, Rudolph Ruck was given his final resting place at the Canadian War Cemetery in Groesbeek Grave XXII.D.4

A total of 14 people lost their lives in grenade incidents in Baak, including 7 children under the age of 12. Some died when grenades were found, after which they exploded.


One of the graves in Baak. Three children from the Schooltink family rest here: Theo(5), Joosje(7) and Bennie(16)